Deze tabel beschrijft de algemene eigenschappen van de view JPA-details voor alle toewijzingstypen.
Eigenschap | Beschrijving | Standaardwaarde | Beschikbaar voor toewijzingstype |
---|---|---|---|
Hyperlink voor type toewijzing | Door op de hyperlink met de naam van het toewijzingstype te klikken, opent u het venster Type toewijzing selecteren. In dit venster kunt u het type opgeven. | Basic | Alle typen toewijzingen |
Kolom | De
databasekolom met de waarde voor het kenmerk. Bij dit veld hoort de annotatie @Column . |
Standaard wordt aangenomen dat de kolom dezelfde naam heeft als het kenmerk. | Basis, Ingebed, ID, Versie |
Naam | De naam van de databasekolom.
Bij dit veld hoort de annotatie |
Basis, Ingebed, ID | |
Tabel | De naam van de databasetabel met de geselecteerde kolom. | Basis, Ingebed, ID | |
Invoegbaar | Geeft aan of de kolom altijd wordt opgenomen in SQL INSERT -instructies van SQL. |
Waar | Basis, Ingebed, ID |
Bijwerkbaar | Geeft aan of de kolom altijd wordt opgenomen in SQL UPDATE -instructies. |
Waar | Basis, Ingebed, ID |
Uniek | Hiermee stelt u de voorwaarde UNIQUE in voor de
kolom. |
False | Basis, Ingebed, ID |
Lege velden toegestaan | Hiermee geeft u aan of nullwaarden zijn toegestaan in de kolom. | Waar | Basis, Ingebed, ID |
Lengte | Hiermee stelt u de kolomlengte in. | 255 | Basis, Ingebed, ID |
Precisie | Hiermee stelt u de precisie in voor de kolomwaarden. | 0 | Basis, Ingebed, ID |
Schaal | Hiermee stelt u het aantal cijfers in dat moet worden afgebeeld rechts van de decimale komma. | 0 | Basis, Ingebed, ID |
Kolomdefinitie | Hiermee definieert u de DDL voor een kolom. Deze wordt gebruikt voor het genereren van een tabel. | Basis, Ingebed, ID | |
Ophalen | De manier waarop gegevens uit de database
worden geladen:
|
Eager | Basistoewijzing, Een op een toewijzing, Veel op veel toewijzing, Veel op een toewijzing |
Optioneel | Geeft aan of dit veld null mag zijn. | True | Basistoewijzing, Een op een toewijzing, Veel op een toewijzing |
LOB | Geef aan of het veld is toegewezen aan
java.sql.Clob of java.sql.Blob .
Bij dit veld hoort de annotatie |
Basis |
|
Tijdelijk | Selecteer een klasse voor het veld:
Bij dit veld hoort de annotatie |
Basis, ID | |
Opgesomd | De persistentie voor opgesomde beperkingen
als de String -waarde aansluit op de toepassingsvereisten of voor het
overeenkomen van een bestaand databaseschema.
Bij dit veld hoort de annotatie |
Ordinal | |
Doelentiteit | De persistente entiteit waaraan het kenmerk is toegewezen. | een op een toewijzing, Een op veel toewijzing Veel op veel toewijzing, Veel op een toewijzing | |
ID | Geef op of het ID van de entiteit wordt afgeleid uit de identiteit van een andere entiteit. | ||
Doorvoeren | Geef de bewerkingen aan die door de
entiteit worden gedistribueerd.
|
Een op een toewijzing, Een op veel toewijzing, Veel op veel toewijzing, Veel op een toewijzing | |
Toegewezen door | Het veld in de databasetabel dat de relatie "beheert". Dit veld is alleen verplicht aan de niet-beherende zijde van de relatie. | E‚n op ‚‚n, E‚n op veel | |
Sorteren op | Geef de standaardvolgorde aan voor
objecten die worden geretourneerd uit een query:
Bij dit veld hoort de annotatie |
Primaire sleutel | E‚n op veel, Veel op veel, Veel op ‚‚n |
Vervangen kenmerken | Vervangt Basis-toewijzingen van een toegewezen superklasse (bijvoorbeeld als de overgenomen kolomnaam niet compatibel is met het bestaande gegevensmodel of niet geldig is als kolomnaam voor uw database). | Ingebed
|